Beelddenken

Iedereen
Beelddenken hoort bij mensen. In onze baby- en peutertijd waren we zelfs volledig visueel ingesteld. Er was immers nog geen taal! In de loop van de jonge jaren leert een mens het talige denken aan. Door te praten, te luisteren, het aanleren van regels en volgorde. Talig denken is in onze maatschappij essentieel. School heeft dan ook de taak om kinderen talig te leren denken. Dat begint al in groep 1 en gaat door tot aan het beroepsonderwijs. Voor alle kinderen is deze omschakeling wennen, maar de meesten lukt het. Ze zetten het visuele, associatieve, creatieve denken even in de kast (in ieder geval op school). Het talige denken levert namelijk rapportpunten op!

Beelddenken (visueel leersysteem genoemd) is de oorspronkelijke manier van mensen om informatie te verwerven en te verwerken. Vanuit het geheel, associatief, zintuiglijk en met beeld.

Taaldenken (verbaal leersysteem genoemd) is een aangeleerde manier van informatie verwerven en verwerken. Vanuit details, op volgorde en met woorden en begrippen.

Leren heeft geen context meer
In het Nederlandse onderwijs ligt het accent op de analyse, de details… het taaldenken. Ideeën worden opgedeeld in kleine stukjes die geen enkele relatie meer hebben met het geheel. Of zoals de Amerikaanse onderwijsonderzoeker Alfie Kohn het zegt: `We geven leerlingen een baksteen met informatie, dan geven we ze nóg een steen, en nóg een. Als ze afstuderen, gaan we ervan uit dat ze een huis hebben. Wat ze in werkelijkheid hebben is een stapel bakstenen waar ze niets mee kunnen.`

Visueel leren
Kinderen die moeite hebben om het talige denken op te pikken (door b.v. dyslexie, concentratieproblemen, een lage of juist te hoge cognitie, of een sterk persoonlijke voorkeur voor het visuele denken) kunnen het moeilijk krijgen op school. Vooral bij het lezen, spellen, rekenen, automatiseren en organiseren/plannen. Niet omdat de lesstof te moeilijk is, maar omdat de talige, procedurele manier van lesgeven en toetsen niet aansluit bij hun visuele manier van denken. Ook mensen met een grote visuele voorkeur (zoals hoogbegaafden), hebben vaak moeite om over te schakelen naar het talige denken. Er komt dan niet uit wat erin zit. Dat levert frustratie op. En dat leidt vaak weer tot faalangst, gedrags- en/of motivatieproblemen.

Methode:De Beelddenk-training “Rechts inhalen!” bestaat uit een basistraining van 4 sessies van elk een uur, en is geschikt voor leerlingen in het basis-, voortgezet en middelbaar onderwijs.

Werkbooek Beelddenken

In de basistraining worden de onderstaande thema’s behandeld:

  • Beelddenken sessie 1: test Beeldenken – hoofd “opruimen” – spelling
  • Beelddenken sessie 2: rekenen (tafels)
  • Beelddenken sessie 3: technisch en begrijpend lezen
  • Beelddenken sessie 4: rekenen (+ en -)

In de Beelddenk-training behandelen we alleen die thema’s die bij uw kind nodig zijn. Want soms hebben kinderen een eigen en goed werkende strategie ontwikkeld voor een bepaald thema en dan zou het aanleren van een andere aanpak alleen maar verwarrend zijn. In deze gevallen bestaat de basistraining dan uit 3 sessies in plaats van 4.

In de basistraining wordt primair gewerkt aan schoolse basisvaardigheden, maar bij sommige kinderen zijn er een of enkele extra sessies nodig voor bijvoorbeeld klokkijken, topografie, werkwoorden of het omgaan met zaakvakken door middel van het maken van mindmaps en tijdlijnen.

Is uw kind misschien een Beelddenker?

Hier onder vindt u een overzicht van 19 kenmerken die van toepassing kunnen zijn op een beelddenker. Indien uw kind aan 11 of meer kenmerken voldoet, zou uw kind wel eens een beelddenker kunnen zijn. Let wel, het betreft hier een indicatieve screening, en geen officiële test.

  • Zwart/wit denker
  • Perfectionistisch
  • Goed in puzzelen
  • Snel afgeleid
  • Gek op TV/PC-spelletjes
  • Slechte verliezer
  • Last van allergie/astma
  • Houdt van bouwen/ontwerpen
  • Herhaling van instructie nodig
  • Gevoel voor humor.